Tijdens de bijeenkomst van onze broederschap op 3 oktober aanstaande, zal een collecte worden gehouden voor de Stichting Hulp aan Landgenoten in Indonesië. In deze bijdrage hiervan enige achtergronden.
De Republiek Indonesië werd op 17 augustus 1945 uitgeroepen. Soekarno werd president. De nieuwe status van de kolonie werd door Nederland niet erkend. Voor de Nederlanders volgde een tijd van terreur en plunderingen door vrijheidsstrijders en andere groepen, de zogenaamde bersiapperiode. Nederland probeerde door de politionele akties (militair ingrijpen in 1947 en 1948), het gezag te herstellen. Onder druk van de Verenigde Staten droeg Nederland op 27 december 1949 de soevereiniteit van Nederlands-Indië, met uitzondering van Nieuw Guinea over. Nieuw Guinea werd uiteindelijk in 1962 door Indonesië ingelijfd.
Waarom zijn ze daar gebleven?
De Indische Nederlanders, Indo’s, stonden na de soevereiniteitsoverdracht voor de keus hun Nederlandse nationaliteit behouden of de Indonesische nationaliteit aannemen (warga negara (wni)). Of een enkele reis naar het land van hun blanke voorvaders te boeken of te blijven in het land van geboorte, in het nieuwe Indonesië. Echt welkom waren ze niet, noch in Nederland, noch in Indonesië.
Stichting HALIN trekt zich sinds 1955 het lot aan van nood lijdende voormalige landgenoten (warga nagara’s) in Indonesië, die veelal als gevolg van de politieke ontwikkelingen na de Tweede Wereldoorlog buiten hun schuld in hulpbehoevende omstandigheden zijn geraakt.
HALIN zorgt ervoor dat deze vergeten Nederlanders het hoofd nog enigszins boven water kunnen houden. De Stichting ondersteunt hen met een maandelijkse financiële bijdrage. In 2015 ca. 40 euro per maand met inbegrip van een vergoeding voor een ziektekostenverzekering. HALIN heeft een netwerk van contactpersonen door heel Indonesië. Via deze vertegenwoordigers krijgen ruim 500 hulpbehoevenden ondersteuning.